SV | En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde. |
WLC | גְּמַלִּ֧ים מֵינִיקֹ֛ות וּבְנֵיהֶ֖ם שְׁלֹשִׁ֑ים פָּרֹ֤ות אַרְבָּעִים֙ וּפָרִ֣ים עֲשָׂרָ֔ה אֲתֹנֹ֣ת עֶשְׂרִ֔ים וַעְיָרִ֖ם עֲשָׂרָֽה׃ |
Trans. | 32:16 = H 32:17 wayyitēn bəyaḏ-‘ăḇāḏāyw ‘ēḏer ‘ēḏer ləḇadwō wayyō’mer ’el-‘ăḇāḏāyw ‘iḇərû ləfānay wərewaḥ tāśîmû bên ‘ēḏer ûḇên ‘ēḏer: |
En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: Gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!